Eco Assist voert regelmatig de monitoring uit van flora en fauna bij projecten. Een voorbeeld is de monitoring van vliegroutes bij de A16. Om de bereikbaarheid en de leefbaarheid van de regio Rotterdam te vergroten heeft aannemerscombinatie De Groene Boog in opdracht van Rijkswaterstaat een nieuwe snelweg aangelegd: de A16 Rotterdam. De weg loopt door “parkbos” het Lage Bergse Bos heen. In dit parkbos werdt een half verdiepte landtunnel aangelegd.

In het Lage Bergse Bos moesten veel bomen gekapt worden om de aanleg van de tunnel mogelijk te maken. Deze bomen waren van belang voor vleermuizen als vliegroute door het parkbos heen. Zodra de aanleg van de tunnel is afgerond worden weer nieuwe bomen terug geplant. De aanleg van de nieuwe snelweg duurt jaren en tussentijds moeten vleermuizen het projectgebied toch kunnen doorkruisen. Daarom is er een plan opgesteld waarbij de bomen eerst zodanig gekapt zijn dat er vijf bosstroken gecreëerd zijn. Vervolgens zijn in een latere fase deze bosstroken vervangen door tijdelijke vleermuisschermen. De komende periode moeten deze schermen aangepast worden om de werkzaamheden mogelijk te maken. Waarna ze uiteindelijk weer vervangen worden door de aanplant van nieuwe bomen.

Betrokkenheid Eco Assist
Eco Assist heeft de monitoring van het project uitgevoerd. Hierbij werd tijdens de actieve periode van vleermuizen jaren lang gecontroleerd of de vliegroutes gebruikt werden door vleermuizen en of er veranderingen optraden in het aantal vleermuizen dat hiervan gebruik maakten. Zo kon gevolgd worden of de mitigerende maatregelen welke getroffen werden goed functioneerden. Daarnaast konden ongewenste effecten van de werkzaamheden tijdig opgemerkt worden zodat direct kon worden bijgestuurd als dat nodig bleek. Hiervoor werd nauw samengewerkt met de ecoloog van de aannemerscombinatie.

Het project is eind 2025 afgerond. Met de toegepaste mitigatie zijn erg goede resultaten geboekt. De omvorming van bos naar bosstroken en vervolgens naar vleermuisschermen is succesvol gebleken. Vleermuizen wisten de vleermuisschermen goed te vinden. In de zomermaanden gebruikten zo’n 150 tot 200 vleermuizen per nacht de schermen om zich door het gebied te verplaatsen. Ook na herplant van het tunneldek met een nieuw bos bleven vleermuizen de oversteek maken. Zo is er succesvol voor gezorgd dat vleermuizen zich veilig konden blijven verplaatsen tussen hun verblijfplaatsen en belangrijke foerageergebieden. Over het project is een artikel gepubliceerd in het blad van de Zoogdiervereniging.

